NL Dutch rhymes from leerhoofd to legator
- leerhoofd
- leerjaar
- leerjongen
- leerkracht
- leerling
- leerling-automobilist
- leerlinge
- leerlingschap
- leermeester
- leerplan
- leerplichtig
- leerprogramma
- leerrede
- leerrijk
- leerschool
- leerstellig
- leerstelling
- leerstoel
- leerstof
- leerstuk
- leertijd
- leerzaam
- leesbaar
- leesbaarheid
- leesblind
- leesblindheid
- leesstof
- leesteken
- leestekengebruik
- leestekens
- leesvoer
- leeswijzer
- leeuw
- leeuwachtig
- leeuwebek
- leeuwendeel
- leeuwentand
- leeuwentemmer
- leeuwerik
- leeuwin
- lef
- lefgozer
- legaal
- legaat
- legalisatie
- legaliteit
- legataris
- legatie
- legato
- legator